‘Neem zelf initiatief’ – er is meer mogelijk dan je denkt

Henk de Blij (68 jaar), organisator van het Oogcafé, is een man met een missie. Zelf heeft hij al veel drempels overwonnen en dat gunt hij anderen ook. Hij fietst, hij zwemt, hij organiseert bijeenkomsten, geeft voorlichting op Delftse scholen en hij reist met het OV het hele land door.

O ja, en hij is blind. Zijn motto: wacht niet af, neem zelf initiatief.

Henk de Blij zegt regelmatig dat hij ‘geluk’ heeft. Hij heeft geluk met zijn vrouw Esther, die hem helpt (‘niet altijd hoor, de dingen die ik zelf kan, moet ik vooral zelf doen’) waar nodig. Hij heeft geluk dat hij zelfstandig kan blijven wonen, met dank aan zijn blindengeleidehond Loebas, die hem feilloos de weg wijst. En hij heeft geluk met ‘zijn’ vrijwilligers, die het mogelijk maken dat hij kan zwemmen in het Sportfondsenbad en kan fietsen op een tandem. En misschien heeft hij ook wel geluk met zichzelf: als optimistisch mens met een sterke wil richt hij zich op de dingen die wél kunnen. En dan wil hij ook nog anderen helpen.

Dal

Het leven van Henk veranderde zo’n 13 jaar geleden. In die periode verslechterde zijn gezondheid van ‘slechtziend’ naar ‘blind’. Henk: ‘Toen heb ik  even in een kort, maar diep dal gezeten. Ik ben intensief gaan revalideren bij Visio Het Loo Erf in Apeldoorn; dat heeft mij enorm geholpen.’ Henk leerde hoe hij kon omgaan met zijn visuele beperking, hoe hij zelfredzaam kon blijven én hoe hij van alles kon blijven ondernemen.

Op pad

Henk is actief binnen de Nederlandse oogvereniging en reist veel met het openbaar vervoer, samen met zijn hond Loebas. ‘Een voorbeeld: ik stap in Delft in de trein en vraag bij binnenkomst in een coupé: is er toevallig iemand die in Dordrecht moet uitstappen? Wil iemand me misschien een seintje geven als we er bijna zijn? Mensen helpen je altijd, is mijn ervaring. Bij de NS kun je ook reisassistentie aanvragen. In Delft vind ik mijn weg wel, maar bijvoorbeeld op Amsterdam Centraal niet. Stel dat ik daar van perron 9 naar perron 23 moet, dan vraag ik vooraf telefonisch reisassistentie aan. Als ik daar op perron 9 arriveer, staat er keurig een NS-medewerker op me te wachten die me naar perron 23 brengt.’

Delen

Bovenstaand voorbeeld maakt duidelijk dat je wereld, ook met een beperking, ‘groot’ kan blijven. Dat is iets wat Henk graag ook met anderen wil delen, bijvoorbeeld in het Delftse oogcafé. ‘Het oogcafé bestaat nu zo’n 1,5 jaar. Eens in de zes weken komen mensen met een oogaandoening, en ook familieleden of vrienden, bij elkaar. Het is deels lotgenotencontact en ervaringen uitwisselen. Daarnaast hebben we ook altijd een inhoudelijk deel, bijvoorbeeld een aanbieder die iets komt vertellen over nieuwe hulpmiddelen.’

‘Ik ben behoorlijk actief en daar heb ik veel plezier in. Ik zeg niet dat iedere slechtziende moet leven zoals ik. Als je erg van luisterboeken houdt en liever thuis blijft zitten, vind ik het ook prima, maar ik zou het jammer vinden als mensen de deur niet uit durven of te weinig te doen hebben omdat ze niet weten hoe het moet. Soms moet je, bijvoorbeeld bij het zelfstandig leren reizen met het OV, een drempel over. Dat is de eerste keer lastig. Maar een tweede keer wordt het al makkelijker. En na tien keer weet je niet beter.’

Techniek

Wat betreft hulpmiddelen vindt Henk het een interessante, geweldige tijd. Zo maken apparaten zijn leven makkelijker. Daardoor kan hij genieten van duizenden luisterboeken en de krant van vandaag. En zijn telefoon is spraakcomputer en navigator tegelijk. ‘Met de huidige techniek is al zo veel mogelijk. Er wordt vaak gezegd dat mensen zich altijd aan de maatschappij moeten aanpassen, maar de maatschappij past zich ook aan de mens aan.’

Geleidelijn

Daarbij prijst hij zich gelukkig met het feit dat de gemeente Delft goed meewerkt om het leven van mensen met een beperking makkelijker te maken. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld geleidelijnen (markeringen op straat-red) aangevraagd voor de looproute van het station naar mijn huis. Die zijn er nu. Ook bij het aanvragen van een rateltikker bij een verkeerslicht proberen ze snel te helpen. En met de steun van Delft voor Elkaar en de Oogvereniging kunnen we bijvoorbeeld het Oogcafé organiseren.’ Bij die organisatie zijn er – alweer in de categorie ‘durf te vragen’ – ook ‘ziende’ vrijwilligers betrokken.

Tandem en voorlichting

Over die vrijwilligers gesproken: Henk heeft inmiddels een aantal trouwe hulpen om zich heen. Zo stapt hij geregeld achterop zijn tandem met vrijwilliger Astrid. ‘Ik fiets ook regelmatig met Esther, mijn vrouw, maar zij werkt overdag en is dus niet altijd beschikbaar. Fietsen, bijvoorbeeld in de Delftse Hout of naar mijn dochter in Pijnacker, betekent voor mij vrijheid.’

Het nieuwste project van Henk is voorlichting: met dank aan vrijwilliger Lia Karlas – ze is ook betrokken bij de organisatie van het Oogcafé – gaat hij samen met zijn hond Loebas op bezoek bij Delftse basisscholen, waar hij vertelt hoe hij zich in het dagelijks leven redt. Zulke bezoeken werken twee kanten op, merkt Henk. ‘Ik vind het zelf erg leuk om te doen. En voor de kinderen is het volgens mij best leerzaam; ze hebben ontzettend veel vragen.’

Helpen

Ook op scholen vertelt Henk dat hij nog steeds graag onder de mensen komt en zo lang mogelijk zelfstandig wil blijven. En dat op straat de simpele vraag aan een slechtziende ‘Kan ik u misschien helpen?’ soms echt het verschil kan maken.

En over die hulp: komt het ook voor dat hij op straat hulp krijgt waar je eigenlijk niet zo op zit te wachten? Henk kijkt verder dan zijn eigenbelang: ‘Ja, dat gebeurt weleens, maar dan accepteer ik die hulp toch. Want een volgende keer is er misschien een andere slechtziende die die hulp juist wél hard nodig heeft.’

Bekijk hier onze themapagina van juli 2019